Samenwerken in de coronacrisis: inZoomsessie Zuidwestelijke Delta

“Ik zit in een hele steile leercurve.” Net als de overige deelnemers aan de 1e online inzoomsessie voor IBP Vitaal Platteland, is Peter van Veelen (adviseur Buro Waterfront) positief over de samenwerking. Peter adviseert de gemeente in het samenwerkingsproces voor de Delta-broedplaats Zoetwater van Schouwen-Duiveland. Een project dat deel uitmaakt van het gebiedsplan van IBP VP-gebied de Zuidwestelijke Delta.

De coronacrisis zet het online samenwerken in een stroomversnelling. Zo ook voor IBP Vitaal Platteland. Daarom waren we 8 april virtueel te gast in de Zuidwestelijke Delta, waar een aantal enthousiaste deelnemers aan de Broedplaats Zoetwater bereid was om gezamenlijk de peilstok in het IBP Vitaal Platteland proces te steken: hoe staat het ervoor met de gebiedsambities, en specifiek de broedplaats? Heeft de Coronacrisis effect op het werkproces? En last but not least: wat zijn de belangrijkste lessen die men tot nu toe leerde?

Op initiatief van de drie provincies (ZH, NB en ZE), met hulp van het ministerie van LNV én met input van een groot aantal actieve stakeholders in het gebied, is de afgelopen jaren in hoog tempo een gebiedsplan opgesteld voor de Zuidwestelijke Delta. Een van de kansrijke projecten binnen dit plan vormt de Broedplaats Zoetwater.

IBP is Katalysator

Op de vraag hoe het staat met de voortgang van de uitrol van het gebiedsplan, reageert de meerderheid van onze online gesprekspartners positief. “IBP Vitaal Platteland heeft de processen rondom het eerder opgestarte Living Lab meer in beweging gebracht. Door aan te haken bij het interbestuurlijk samenwerkingsproces kregen we meer kracht, extra mogelijkheden om de samenwerking te verstevigen”, zegt Kitty Henderson, projectleider bij de gemeente Schouwen-Duiveland.

Living Lab is een initiatief waar burgers, bestuurders, bureaucraten en bedrijven op het Zeeuwse eiland in participeren. Samen met kennisinstellingen zoeken ze oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, en brengen die kennis al experimenterend in de praktijk. Vanwege de urgentie van de problematiek, een enorm tekort aan zoetwater in het gebied in de afgelopen zomers, nam dit initiatief al snel een grote vlucht.

Pieter de Ruijter, voorzitter van de ZLTO-afdeling Agrarisch Schouwen-Duiveland, is ook positief over het verloop van het proces tot nu toe. Tegelijkertijd wijst hij erop dat de vaart er nu wel in moet blijven: “Ik word als ondernemer blij van de samenwerking tot nu toe, want als landbouwer bereik je in je eentje helemaal niks.” Hij beaamt dat ook hier ‘eerst zien, dan geloven’ geldt: “Alle bestuurlijke zaken zijn beklonken. We zijn op weg, maar nu volgt een cruciale fase, die van de uitvoering. In hoeverre gaan collega-agrariërs de komende maanden aanhaken?”

Coronahobbels

Op de vraag in welke mate het coronavirus invloed heeft op het proces, reageert men in de Zuidwestelijke Delta verdeeld. Kitty Henderson (gemeente Schouwen-Duiveland) denkt dat de grootste hobbels met het oog op het virus nog moeten komen: “Tot nu toe valt die impact denk ik mee, omdat we nu nog vooral als kernteam ons buigen over de plannen. Waar dit wel invloed op gaat hebben, is het vervolgproces. Zo zou er deze weken een groepsbijeenkomst zijn voor geïnteresseerde agrariërs. Die is afgelast. En ik zie ook nog niet voor me hoe we straks alle individuele gesprekken over deelname aan de proeftuin gaan voeren.” Patrick Broekhuis, beleidsmedewerker bij de Provincie Zeeland, valt haar bij: “Als je actie wilt, heb je fysiek contact nodig. Dat wordt ingewikkeld de komende tijd.”

Pieter de Ruijter zegt als melkveehouder persoonlijk nu nog niet enorm veel last te hebben van de crisis, maar hij realiseert zich terdege dat dit zeker nog kan gaan spelen, en dat een groot deel van zijn ZLTO-achterban nu al wel het hoofd breekt over financiële vraagstukken: “Zo moeten grote partijen aardappels worden vernietigd, omdat er onvoldoende afzetmarkt is. Bovendien is het voorjaar deze keer direct zeer droog begonnen.”

Grote leerles

Over de vraag in hoeverre er wat geleerd is in het afgelopen jaar, zijn alle deelnemers aan de inzoomsessie unaniem positief. “Voor mij begon het verhaal vrij technisch, bij de start van het Living Lab. Intussen is dit uitgemond in een soort stoomcursus over de vraag ‘hoe organiseer je zo goed mogelijk een gebiedsproces?’”, reageert onderzoeker Peter van Veelen. Ook agrariër Pieter de Ruijter ziet zijn deelname aan het IBP Vitaal Plattelandproces als “Een grote leerles” en benadrukt nogmaals dat hij blij is “dat we er als landbouw niet alleen voor staan in dit proces.” Marijke Andela, Verbinder vanuit het ministerie van LNV, wijst hierbij op het belang van het ‘schudden van vele handen’. “Dat klinkt als een open deur, maar stap één in elk proces luidt wat mij betreft: leer elkaar kennen!”

Patrick Broekhuis is het eens met de constatering dat aansluiting bij het IBP Vitaal Platteland proces de realisatie van het gebiedsplan heeft versneld: “Dat is tot nog toe vooral de grote meerwaarde.” Tegelijkertijd plaatst de beleidsmedewerker van de provincie aan het eind van de online bijeenkomst wel een kanttekening: “Ik zou het toejuichen als het Rijk meer gaat bijdragen – en dan doel ik op alle broedplaatsen in de Zuidwestelijke Delta – dan puur en alleen het toezeggen van financiële middelen.