
‘Ik denk dat we de impact van het IBP VP pas kunnen zien over 20 jaar, als alle kleine duwtjes die iedereen heeft gekregen en uitgedeeld in alle verschillende projecten toch hebben geleid tot gedragsverandering bij velen’, zegt Alex Datema in een evaluerende blog.
Ik denk dat het wel 20 jaar geleden is dat ik geïnterviewd werd als jonge boer over de toekomst van de landbouw in het Zuidelijk Westerkwartier. Het ZWK is een gebied aan de west kant van Groningen wat vloeiend overloopt in Friesland, zo ook het landschap. Waar we in het ZWK spreken van houtsingels, hebben ze het in Friesland over houtwallen. Het karakter van de bewoners lijkt ook sterk op elkaar, één met weinig vertrouwen in de overheid en een hoge zelfredzaamheid.
Je zou kunnen zeggen dat we gemiddeld genomen een hekel hebben aan overheidsbemoeienis en vinden dat we onszelf prima kunnen redden zonder de bemoeizucht van buitenstaanders. Maar daar gaat het nu niet om. Ik werd dus geïnterviewd door studenten van de WUR die de opdracht hadden om de problemen van de landbouw in beeld te brengen maar ook te kijken naar mogelijke oplossingen. Dit was natuurlijk een onderdeel van een of ander project waar ik de naam en de achtergrond al lang niet meer van weet.
Wat ik nog wel weet zijn de oplossingen en oplossingsrichtingen die de studenten, na 6 weken van onderzoek en gesprekken met alle stakeholders, hebben gepresenteerd. Hun belangrijkste conclusie was dat de landbouw in ons gebied niet mee zou kunnen in de vaart der volkeren en dat we dus op zoek moesten naar alternatieven. Alternatieven die gebaseerd waren op de unieke kenmerken van het gebied. Kleinschaligheid, ondernemerschap, dwarsigheid en zelfredzaamheid. Ze gingen zelfs zover dat ze voorstelden dat landbouw, natuur, onderwijs en overheid misschien wel samen een gebiedscoöperatie zouden moeten opzetten om van daaruit echt samen aan de toekomst van het gebied te gaan werken. Een voorstel waarbij landbouw en natuur de grond zien als een gezamenlijk bezit waarop je samen zowel de natuur doelen als de landbouwproductie kunt nastreven.
De reacties op deze voorstellen waren natuurlijk voorspelbaar: luchtfietserij van een paar studenten, zo vonden de meeste aanwezige boeren. Leuk bedacht maar in de praktijk onuitvoerbaar, zeiden de natuurbeheerders. Want boeren die natuur gingen beheren… ze waren net jaren bezig geweest om grond los te weken bij de boeren. Vanuit de overheid was er ook weinig waardering voor de ideeën, want de studenten vonden ook dat de overheid verantwoordelijkheden moest afstaan of op z’n minst delen met anderen.
We zijn nu in 2021. De Gebiedscoöperatie Westerkwartier is 5 jaar geleden opgericht door 3 agrarische natuurverenigingen, SBB, het onderwijs en landschapsbeheer Groningen met stevige ondersteuning van provincie en gemeente. Inmiddels hebben meerdere partijen zich aangesloten zoals de woningbouwvereniging, zorginstellingen en verschillende ondernemers van buiten de landbouw. De gebiedscoöperatie is een begrip geworden in het Westerkwartier.
Stel nu dat we een evaluatie bijeenkomst hadden gehouden na de presentatie van de studenten. Ik durf te wedden dat de aanwezigen hadden gezegd dat het een mooi project is geweest maar dat het niets concreets heeft opgeleverd. Ja, misschien leerzaam voor de studenten maar of het de investering waard was? En toch is bijna alles wat toen gepresenteerd is terug te vinden in Het Westerkwartier van nu. Dus als ik er nu op terugkijk kan ik de conclusie trekken dat het studenten projectje van 20 jaar geleden mede de toekomst van het ZWK heeft bepaald…of draaf ik nu door?
De waarheid ligt natuurlijk in het midden, maar voor mij staat wel vast dat het project van de studenten veel meer heeft losgemaakt dan we op dat moment konden voorzien of hopen. Met deze ervaring in het achterhoofd kijk ik ook naar het IBP-vitaal platteland en met dezelfde blik overzie ik deze slotbijeenkomst. Ik ben ervan overtuigd dat we nu niet een conclusie kunnen trekken over het succes van dit project… We kunnen misschien wat concrete resultaten benoemen, en vast en zeker ook wat mislukte trajectjes…
Maar de impact van het geheel kunnen we pas zien over 20 jaar, als alle kleine duwtjes die iedereen heeft gekregen en uitgedeeld in alle verschillende projecten toch hebben geleid tot gedragsverandering bij velen. Natuurlijk, we vinden dat elk project en elke euro die we in een project steken moet leiden tot meetbare resultaten. Toch geloof ik daar niet in. Ja, als we zouden kunnen meten of een project ook geleid heeft tot een gedragsverandering of nog moeilijker te meten, tot andere gedachten bij de betrokkenen bij het project. Ja, dan zouden we nu al kunnen meten wat de impact van het hele IBP is en nog zal gaan worden.
Maar dat kunnen we niet, dus moeten we het doen met evaluaties en rapporten… maar ik denk dat je voor de impact van het IBP-vitaal platteland over 20 jaar moet gaan evalueren en dan zul je tot de conclusie komen dat de impact vele malen groter is geweest dan we nu kunnen bevroeden. Waarom? Omdat het mensen aan het denken heeft gezet, mensen anders heeft leren denken, mensen heeft laten samenwerken, en ze heeft losgetrokken uit hun comfort-zone. Kortom het heeft mensen in beweging gebracht en dat is het hoogste doel wat je kunt bereiken!
Alex Datema
Voorzitter BoerenNatuur (provincie Groningen)