
“Iedereen wil graag, er is nú draagvlak om daadwerkelijk aan de slag gaan met een nationale agenda gericht op meer experimenteerruimte. Dus laten we dwarsverbanden leggen en samen optrekken.” Een dringend betoog van Martin Verbeek, voormalig programmamanager van Mineral Valley Twente, tijdens het IBP VP-Café van 26 november. Zijn oproep kreeg veel bijval, onder andere met een voorstel om op korte termijn verder te praten met tenminste vier provincies.
Het bleek al tijdens eerdere IBP VP Werkplaatsen: veel regio’s zoeken experimenteerruimte. Zo ook Twente: “We zijn blij dat we zijn aangewezen als experimenteerregio en gezamenlijk met belanghebbenden aan tafel zitten”, aldus Verbeek. Een mooi begin, maar concrete vervolgstappen richting oplossingen komen nog onvoldoende van de grond: “We hebben heel veel dossiers ingediend, maar komen daar tot nu toe niet veel verder mee. Daardoor stagneert ook de ontwikkeling van kringlooplandbouw. Dat, terwijl experimenteerruimte misschien wel hét begin vormt om daar naartoe te werken!”
Integraal normeren
De zoektocht naar experimenteerruimte was ook onderwerp op de Werkplaats Vitaal Platteland van 18 juni 2020, waar Twente optrad als gastheer. Naar aanleiding daarvan is Twente gestart met het opstellen van een Bidbook Bodem & Mest: de ‘Agenda experimenteerregio Twente kringlooplandbouw’ (PDF). Omdat in het project Mineral Valley eigenlijk alle gebiedsvragen samenkomen, vormt hetgeen er binnen dit project gebeurt belangrijke input voor de gebiedsagenda.
Verbeek: “Doel van onze agenda is allereerst uitleg en onderbouwing te geven over de gewenste ruimte in wet- en regelgeving en wat dit kan opleveren, en vooral ook om daar vervolgens de dialoog over aan te gaan met de verschillende overheden. Daarbij moeten we wat ons betreft toe naar een ander sturingsmodel voor het werken naar kringlooplandbouw: veel meer integraal kijken naar ketens- en systemen en daarop normeren, in plaats van zoals het nu geregeld is; dat je normeert op losse onderdelen.”
Inhoud Bidbook Twente
In de agenda voor experimenteerruimte van Twente vormen drie actielijnen de rode draad:
- Houvast: hoe ziet kringlooplandbouw eruit voor Twente en voor de diverse bedrijfstypen? Wat zijn onderdelen daarvan?
- Inspiratie: Wat is onze gezamenlijke ambitie in Twente? Welke toekomstbeelden hebben we daarbij? Wat leren we van onze proeftuinen? Welke voorbeelden van elders en kennis kunnen we gebruiken?
- Ontwikkeling: Wat is er nodig om te komen tot realistische en economisch haalbare ontwikkelpaden? Welke experimenteerruimte is nodig?
Het bidbook kan volgens Verbeek in de bestuurlijke kopgroep Twente op veel draagvlak rekenen. Ook tijdens dit IBP VP-Café zijn de reacties positief. “Een gezamenlijke agenda kan werken, maar wel met de nodige verdieping”, adviseert Bart van Moorsel (provincie Gelderland). Hij wijst ter vergelijking naar het project Kunstmestvrije Achterhoek. “Daar zijn we verder gekomen met LNV, door exact te duiden tegen welke regels we aanlopen, hoeveel ruimte we wilden (aantal boeren en ha’s) en hoe we precies zouden gaan monitoren.”
Johan Temmink (boerencoöperatie ForFarmers): “Ga vooral samen praten over de randvoorwaarden die nodig zijn voor experimenteerruimte. Wat is erop tegen om 10 boeren zaken te laten testen? Of om als provincies de handen ineen te slaan en je af te vragen: ‘Wat als we nou eens 1000 ha gebruiken voor experimenteerruimte?’”
Doelen en KPI’s
Jan Roefs (Nederlands Centrum voor Mestverwaarding) geeft via de chat een goede tip: “Er is al een overkoepelend project gestart om alle uiteenlopende projecten beter met elkaar te laten samenwerken, en een concrete PPS waar vijf provincies aan gaan meedoen: ‘Betere stal, betere mest, betere oogst.’
De discussie focust zich vervolgens op de definitie van Kringlooplandbouw, waardoor Johan Temmink (ForFarmers) nog even terugkomt op Verbeeks eerder opmerking over systeemwijziging: “We moeten af van middelenvoorschriften en toe naar doelvoorschriften; daar moeten we onze praktijk veel meer op richten.” Jan Buys (provincie Noord-Brabant) is het hiermee eens en maakt dit idee nog concreter: “Ik zou over de zandgebieden heen voorsorteren op het voorgenomen mestbeleid. Dan is het zaak om een – overzichtelijke – set aan KPI’s op te stellen, die je vervolgens inzet in ‘ruil’ voor experimenteerruimte.”
Bart van Moorsel kwam tijdens het café met een concreet idee voor de komende maanden: “Als we nou eens met vier of vijf provincies samen een voorstel neerleggen als route naar financiering, en daar LTO en andere belanghebbende bij aanhaken?” LNV-verbinder Maaike van Wijngaard reageert dat het ministerie daarin zeker geïnteresseerd is. “De wil tot samenwerken is ook bij ons groot, maar de ruimte om een dergelijk voorstel landelijk te begeleiden is beperkt, dus we moeten daarbij wel geholpen worden: maak jullie wensen zo concreet mogelijk en trek inderdaad samen op, want dan sta je sterker.”
Meedenken en meer informatie
Wil je meedenken over een nationale agenda rondom mest, of heb je vragen naar aanleiding van dit verslag? Dan kun je terecht bij Tamara Franken, e-mail: tfranken@ipo.nl