Als we de ervaringen van het IBP Vitaal Platteland meenemen in het Programma Natuur, levert het ons meer op dan het kabinet wellicht had kunnen vermoeden toen het in het regeerakkoord enkel sprak over ‘versterken natuur’, aldus Mark Hoevenaars (IPO), Programmamanager Programma Natuur.

Geen miljarden, maar een extra investering van ‘slechts’ € 40 miljoen vormde in 2017 de start van het IBP Vitaal Platteland. Op dat moment was het Klimaatakkoord volop in voorbereiding, bestond het PAS nog en had niemand het idee dat een virus ook de manier van denken over het buitengebied zou gaan veranderen.

Opgaves hangen samen
Van het begin af was al wel duidelijk dat het simpelweg toevoegen van dit geld aan bestaande potten niet veel zou bijdragen. De opgaves in het landelijke gebied zijn complex en hangen nauw met elkaar samen. De vraag was daarom vooral hoe dit programma kon bijdragen aan een andere aanpak, waarbij integrale, gebiedsgerichte en interbestuurlijke aanpak van de vier overheden centraal staat. Durven doen! Het IBP werd uiteindelijk een inspirerende, maar soms ook moeilijke zoektocht. Een gebiedsspecifieke aanpak zit nou eenmaal niet ingebakken in bestaande regelgeving en financieringswijzen.

Sinds 2017 zijn de opgaven in het landelijk gebied alleen maar complexer geworden. Eén van deze ontwikkelingen is het Programma Natuur, waarover rijk en provincies december 2020 bestuurlijke afspraken hebben gemaakt. Een ambitieus programma, waarbij in 10 jaar tijd bijna 3 miljard wordt geïnvesteerd om stikstofgevoelige natuur robuuster en weerbaarder te maken. Deze opgave vraagt veel inzet van alle betrokkenen; van overheden maar ook van de partners in de gebieden. En het programma is niet vrijblijvend. Het is één van de fundamenten van de stikstofaanpak, en daarmee ook nodig voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie.

IBP zorgt voor gezamenlijk kader
De transitie die we gezamenlijk op gang hebben willen brengen met het IBP Vitaal Platteland komt ook weer terug bij het Programma Natuur. Opgezet als gezamenlijk programma van rijk en provincies met vanaf de start grote betrokkenheid van maatschappelijke partners. Een lerende aanpak, de opgave in het gebied centraal, dynamisch programmeren van een meerjarige opgave en interbestuurlijke samenwerking; juist deze ankerpunten van het IBP Vitaal Platteland komen ook weer terug bij de uitwerking van het programma. En ook nu gaat het opzetten van zo’n programma niet vanzelf. Maar de ervaring van het IBP heeft wel gezorgd voor een gezamenlijk kader en begrip voor elkaars positie, waardoor we er met de uitwerking van dit programma wel gezamenlijk uitkomen.

Het IBP komt in de huidige vorm tot een eind. De ingezette zoektocht naar een andere manier van werken vormt echter een belangrijke basis voor komende programma’s als het Programma Natuur. Als we de ervaringen van het IBP Vitaal Platteland hierin meenemen levert het ons meer op dan het kabinet wellicht had kunnen vermoeden toen het in het regeerakkoord enkel sprak over ‘versterken natuur’.