Nederland staat voor grote opgaven op het terrein van voedselproductie, klimaat, waterveiligheid, circulaire economie, biodiversiteit en energie. Deze uitdagingen vragen om een samenhangende, gebiedsspecifieke benadering van onder meer landbouw, natuur, milieu, kwaliteit van leefomgeving en water. Een benadering waarin bestuurslagen samenwerken, met elkaar en met andere maatschappelijke partijen. Daarom hebben het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de tussen 2018 en 2021 de handen ineen geslagen met het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland. Vanaf het voorjaar van 2018 zijn we samen met vijftien kansrijke gebieden aan de slag gegaan.
Hoe de opdrachtgevers reageerden op de slotnotitie van Vitaal Platteland? Bekijk de video hierboven!
Borging en lessen: hoe verder na 2021?
Op 24 maart 2021 vond de officiële ‘Oogst en Overdracht’ plaats van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland. Om het fundament van interbestuurlijk en gebiedsgericht werken dat in 3,5 jaar is gerealiseerd verder te brengen, is de Werkgroep Borging Vitaal Platteland in het leven geroepen. Deze heeft van de vier opdrachtgevers de opdracht gekregen om de resultaten verder uit te diepen en te borgen. Zodoende is er in 2021 nog een aantal netwerkbijeenkomsten georganiseerd.
Op 9 december is het Vitaal Platteland-programma officieel gestopt en heeft op ludieke wijze de slotnotitie ‘Samenwerken in het landelijk gebied – Lessen en hartenkreten voor succes’ (PDF) overhandigd aan de vier opdrachtgevers (zie video hierboven) en aan de programmamanager van het Nationaal Programma Landelijk gebied (NPLG, zie video hieronder), samen met een aanbiedingsbrief (PDF). Het NPLG wil (onderdelen van) het IBP VP-netwerk en aanpak adopteren. In hoeverre dat ook daadwerkelijk gebeurt hangt af van de koers van een nieuw kabinet. Centrale vraag van de slotnotitie luidt: hoe zorgen we dat we als regionale en landelijke bestuurders de lessen van Vitaal Platteland vasthouden, inbedden en uitbouwen? Sámen met andere programma’s en gebieden?
Neemt het NPLG het stokje over van IBP Vitaal Platteland? Olga van Kalles (programmamanger NPLG) reageert.
In welke gebieden zijn we aan de slag gegaan?
Het IBP Vitaal Platteland richt zich op 15 kansrijke gebieden in heel Nederland:
Wat zijn dat voor gebieden?
We kunnen de 15 gebieden verder verdelen in vier categorieën, ieder met een eigen pakket uitdagingen:
Veenweidegebieden – In deze gebieden is sprake van een combinatie van problematiek van bodemdaling, CO2- uitstoot door veenoxidatie en waterhuishouding. De hiermee samenhangende vraag is op welke manieren wordt een passend verdienmodel voor de landbouw en behoud en ontwikkeling van (van goed water afhankelijke) natuur gerealiseerd?
Veedichte gebieden – Op de hoge zandgronden liggen, onder andere als consequenties van hoge veedichtheid, uitdagingen op het gebied van milieucondities (bodem, water, lucht) en de kwaliteit van de leefomgeving.
Verduurzaming landbouw, gericht op bodem en water – Verduurzaming van de landbouw kan bijdragen aan een beter waterbeheer, vasthouden van meer koolstof in de bodem en daarmee aan klimaatmitigatie en -adaptatie. Natuur, landschap en burgers profiteren van deze verduurzamingsslag.
Natuur en samenleving – Natuuropgaven krijgen in samenhang met andere economische dragers vorm, zoals recreatie en toerisme en water- en klimaatopgaven.
Wat voor afspraken gaan we maken?
Het uitwerken en de uitvoering van de gebiedsafspraken doen provincies, gemeenten en waterschappen samen met andere partijen. Dat betekent onder meer:
De opgaven worden gebiedsgericht aangepakt. Dat betekent dat vergelijkbare opgaven in gebieden een aanpak krijgen die past bij de partijen en problematiek in dat gebied.
Waar partijen meerwaarde zien, wordt verbreding naar overige maatschappelijke opgaven van onderop gekoppeld.
Voor de samenwerking worden waar mogelijk bestaande uitvoeringsstructuren benut.
In de praktijk is bij veel gebieden al een aanpak waarbij provincies, gemeenten en/of waterschappen nauw betrokken zijn. Waar nodig wordt die samenwerking verder geïntensiveerd.
In de gebiedsprogramma’s wordt vanuit de IBP-gedachte samengewerkt en resultaten neergezet. Er is ruimte om gaandeweg ideeën en oplossingsrichtingen in te brengen. Flexibiliteit in het gebiedsproces is een randvoorwaarde.
Bekijk de animatie voor meer informatie over het Interbestuurlijk Programma.
‘De geest is uit de fles.’ Zo typeert een enthousiaste wethouder de interbestuurlijke manier van werken in het magazine ‘Vitaal Vooruit’. In deze digitale uitgave vindt u de ervaringen en inzichten die we de afgelopen 3,5 jaar hebben opgedaan in en met het interbestuurlijke programma Vitaal Platteland.
In recentelijk gemaakte Samenwerkingsafspraken rond uitvoeringsprogramma NOVI geven de vier overheden aan dat afspraken zoals recentelijk onder andere gemaakt in het IBP van kracht blijven. Tegelijkertijd geven ze aan dat er meer nodig is ‘om de beoogde integraliteit en samenhang te bereiken in de fysieke leefomgeving.’
Wat kunnen we leren van eerdere ervaringen, waarbij het werken als één overheid centraal stond? Deze vraag stond vrijdag 7 februari 2020 centraal, tijdens een bijeenkomst van de Vereniging voor Bestuurskunde, in samenwerking met de provincie Noord-Brabant. Olga van Kalles, programmamanager IBP Vitaal Platteland, doet verslag.
Voorafgaand aan het PBL event De nacht van de Energieke regio, op 11 december, kwamen we bijeen met zo’n 25 betrokken bij het IBP Vitaal Platteland bijeen om terug te blikken op het afgelopen jaar. Om op basis van die inzichten de inzet voor 2020 aan te scherpen.
Hoe houden we het platteland in Nederland economisch vitaal, leefbaar en ecologisch duurzaam? Olga van Kalles, programmamanager van IBP Vitaal Platteland, geeft op Overheidvannu.nl in een video een korte toelichting.
Een frisse én specialistische blik op hun gebiedsplan, met complimenten en opbouwende kritiek: daarvoor kwamen deelnemers uit kansrijke gebieden naar de reflectiesessie Vitaal Platteland. Experts uit uiteenlopende disciplines hadden die plannen uitgebreid bestudeerd en deelden hun bevindingen op 28 mei in een volle Villa Jongerius.
Nederland staat voor grote opgaven op het terrein van voedselproductie, klimaat, waterveiligheid, circulaire economie, biodiversiteit en energie. Deze uitdagingen vragen om een samenhangende, regiospecifieke benadering van onder meer landbouw, natuur, milieu, kwaliteit van leefomgeving en water.
Elke maand vraagt het platform Overheidvannu.nl iemand die betrokken is bij het Interbestuurlijk Programma één van de 7 zekerheden van het IBP te kiezen, en te vertellen wat die voor hem of haar betekent in het kader van een actuele of urgente opgave. Deze keer is dat Johan Osinga, directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij.
Om het platteland in Nederland economisch vitaal, leefbaar en ecologisch duurzaam te houden en te versterken, besloten het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), IPO, VNG en de Unie van Waterschappen deze opgaven gezamenlijk op te pakken. Op 17 juli 2018 tekenden zij voor een set van samenwerkingsafspraken.