
Leren vergt lef om tegen de stroom in te roeien
Opgavegericht werken aan maatschappelijke vraagstukken als landbouw, natuur en energietransitie en klimaat vraagt samenwerking. Partijen moeten met elkaar in staat zijn problemen aan te pakken. Hoewel deze manier van werken inmiddels geaccepteerd is, ligt hier voor de overheden nog steeds een flinke leeropgave, constateren het PBL en de NSOB in hun essay ‘Leren institutionaliseren’.
Voor het interbestuurlijk programma Vitaal Platteland is een gebieds- en opgavegerichte uitwerking en interbestuurlijke samenwerking onderdeel van de manier van werken. Net als ‘leren door doen’ in de werkplaats waar kennis delen, samen leren en ervaringen op doen wordt gestimuleerd.
Beleidsexperiment
Maar de praktijk wijst uit dat werken vanuit maatschappelijke opgaven eenvoudiger gezegd is, dan gedaan. Zo constateerde onlangs ook de Studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen (IFV, 2020). PBL en de VU kijken vanuit de lerende evaluatie IBP Vitaal Platteland mee waar belemmeringen en nog niet gevonden kansen liggen, om het samen werken vanuit maatschappelijke opgaven verder te brengen. Zo bezien is IBP Vitaal Platteland een leerzaam beleidsexperiment.
‘Leren institutionaliseren’
Een belangrijk onderdeel in opgavegericht werken is het leren en het doorzetten van het leren. De NSOB (Nederlandse school voor het openbaar bestuur) en PBL hebben hierover recent een essay ‘Leren institutionaliseren’ uitgebracht. Daarin illustreren zij hoe opgavegericht en interbestuurlijk samenwerken wordt vormgeven en verder professionaliseert in de dealprogramma’s.
Het idee achter het essay is dat overheden niet elke keer opnieuw het wiel uit moeten vinden. Zij dienen deze manier van werken geleidelijk aan te internaliseren in hun sturingsrepertoire. Ook voor IBP Vitaal Platteland is inspiratie op te doen uit de dealpraktijken in dit essay.
Durf te vragen
Zo kan een ‘fuck up sessie’ zoals ze bij de City Deals doen om van elkaars fouten te leren ook een vorm zijn om uit te proberen voor IBP VP-gebieden. Ook de vraag durven stellen ‘zitten we eigenlijk wel met de juiste partijen aan tafel?’ zoals bij de Woondeal in Utrecht gebeurde, kan als eyeopener werken.
Als je van opgavegericht een duurzame vorm wil maken, zal je toch moeten leren hoe je dat goed doet, aldus PBL-onderzoeker Eva Kunseler. Samen met Martin Schulz, Petra Ophoff en Martin van der Steen van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) schreef zij dit essay over het leren in opgavegerichte netwerken. Het essay laat zien dat het leren dat plaatsvindt in dealprogramma’s professioneler kan (met leerstrategieën) en dat prikkels en instituties nodig zijn om opgavegericht te kunnen werken en leren. De laatste conclusie is hieronder met twee voorbeelden uitgewerkt.
Voorbeeld 1 – Knellende kaders: zoektocht naar passende financiering
Vanuit de maatschappelijke opgave, in netwerken werken, het klinkt haast vanzelfsprekend, toch blijkt opgavegericht werken nog tegen een hoop hobbels aan te lopen. Een van de hobbels wordt zichtbaar in de zoektocht naar een passende financiering die recht doet aan interbestuurlijk samenwerken, gebaseerd op gelijkwaardig partnerschap.
Deze zoektocht heeft ook in het IBP VP plaats gevonden. In het verleden zou de conclusie zijn geweest dat dit niet mogelijk mis. Nu is de conclusie dat het financieringsinstrumentarium niet meer toereikend is, dit moet worden uitgebreid en er ondertussen een werkbare oplossing moet worden gevonden. Deze denkwijze is een belangrijke omslag, omdat het laat zien dat netwerkend werken normaal geworden is of dat in ieder geval steeds meer wordt.
Het bestaande instrumentarium veronderstelt een heldere toedeling en vooral scheiding van taken en verantwoordelijkheden tussen bestuurslagen. Een groeiend aantal opgaven laat zich echter niet langs die lijnen oplossen, waardoor de kaders kunnen gaan knellen. En daar zit een flinke uitdaging voor programma’s als het IBP Vitaal Platteland en de deals.
Voorbeeld 2 – Leren institutionaliseren
Sturen in netwerken kun je als aanpak voor beleidsproblemen niet eenvoudig binnen de kaders van de wet verantwoorden, die praktijk vraagt eveneens om ‘leren door doen’. Maar dit betekent niet dat je – onder het mom van leren – de noodzaak voor publieke verantwoording van overheidsinzet en -gelden in de wind kunt slaan. Het inrichten van verantwoordingsstructuren is ingegeven vanuit een rechtmatigheidsgedachte en het streven naar verbetering.
Leren is eveneens gericht op verbetering van de effectiviteit en legitimiteit van beleidsprocessen. Het staat zeker niet haaks op de verantwoordingsgedachte; het is met name de ‘verenging’ van verantwoorden tot resultaatverplichtingen en prestatiescores die voor problemen zorgt.
Er is nieuwe taal nodig om een werkelijkheid van leren in het verantwoorden te creëren. Maar ook durf om dominante praktijken ter discussie te stellen: leren gaat ook over ontleren. Leren vergt lef om tegen de stroom in te roeien, weerstanden bij de kop te pakken en tegenwind te organiseren. Over de vraag welke taal en prikkels behulpzaam zijn om leren uitgangspunt te maken van evalueren en verantwoorden, gaan wij graag in gesprek met betrokkenen en geïnteresseerden.
Meer informatie
Klik hier om het essay te lezen, of lees hier het interview met Eva Kunseler en Martin Schulz op overheidvannu.nl.