‘Stem op Rijksniveau sectorale doelen met eigen instrumenten en budgetten zo veel mogelijk op elkaar af .’ Zo luidt één van de doelen die een nieuw kabinet zichzelf zou moeten stellen, volgens het rapport ‘Kiezen en delen’. Dit bevat perspectieven voor een integrale aanpak van de opgaven in het landelijk gebied.

Nationale Omgevingsvisie als vertrekpunt
Het rapport ‘Kiezen en delen’ is opgesteld door de Studiegroep Ruimtelijke inrichting landelijk gebied, op grond van een motie in de Tweede Kamer ingesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

De studiegroep kreeg de vraag om – onder meer op basis van eerder uitgebrachte relevante adviezen en vertrekkend vanuit de Nationale Omgevingsvisie – in de aanloop naar een volgend kabinet concrete aanbevelingen te doen voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het landelijk gebied. De titel van het rapport ‘Kiezen en delen’ verwijst naar de hoofdconstatering van de onderzoekers, dat er indringende keuzes moeten worden gemaakt in het landelijk gebied.

Oplossingen op de middellange termijn
Aanvullend op het eveneens in april gepubliceerde IBO-rapport ‘Van woorden naar daden’ richt het rapport ‘Kiezen en delen’ zich op de inhoud door moeilijke keuzes te benoemen. Daarbij doet de studiegroep voorstellen voor oplossingsrichtingen gericht op de middellange termijn (tijdshorizon 2030-2050). Het rapport gaat niet alleen over aspecten die rijkssturing nodig hebben, maar ook over aspecten waarop decentrale overheden sturen.