Samen blijven optrekken, mogelijk maken in de praktijk en blijven leren, inspireren en experimenteren. Dat zijn in het kort de drie hoofdlessen van het slotadvies dat de Werkgroep Borging Vitaal Platteland 9 december 2021 presenteerde. Aan de vooravond van het verschijnen van het regeerakkoord, kijkt het advies alvast vooruit op de aanpak die nodig is voor uitvoering ervan.

Hoe houden we het netwerk levend en actief, hoe zorgen we dat de lessen die zijn getrokken uit het programma IBP Vitaal Platteland zo goed mogelijk landen, hoe moet het netwerk verder en wie kan waaraan een invulling leveren? Zo luidde in vogelvlucht de opdracht die de interbestuurlijke Werkgroep Borging Vitaal Platteland in maart 2021 meekreeg.

In de maanden die volgden is het netwerk verbreed, onder andere door vertegenwoordigers van NOVI-gebieden, de Regio Deals, de NPLG pioniersgebieden en andere programma’s (zoals programma Veen en programma Natuur)  bij de vraagstukken te betrekken. Met diverse online cafés en werkplaatsen is de onderlinge uitwisseling gestimuleerd en naar antwoorden gezocht op bovenstaande vragen.

Verlate Sinterklaaszending
Alle ervaringen van de afgelopen tijd, inzichten en adviezen staan in een slotadvies. Dit is op 9 december 2021 samen met een aanbiedingsbrief op ludieke wijze aangeboden aan Rob Uijterlinden (UvW), Wim Brenkman (IPO), Evelien Babbé (VNG) en Sander Band (ministerie LNV). De vertegenwoordigers van de vier opdrachtgevers werden thuis of op hun werk verrast met een wel heel speciale postzending. Zo bevatte deze onder andere een chocoladeletter, in de vorm van een W (verwijzend naar water en het waterschap). Bekijk hier het filmpje en hun reacties.

Na het bekijken van de video werden de deelnemers van de werkplaats kort meegenomen in de inhoud van het slotadvies.

De lessen waar deze notitie op is gestoeld zijn:

Samen blijven optrekken
De Werkgroep Borging roept op om samen en gebiedsgericht te blijven optrekken. Ook en juist als het lastig wordt. Want ‘We staan voor omvangrijke en complexe opgaven in het landelijk gebied. De tijd dat één overheidslaag een vraagstuk geheel kon overzien en oplossen ligt ver achter ons. We hebben elkaar meer dan ooit nodig!’ Een greep uit de adviezen bij deze les: veranker het IBP VP-gedachtengoed in het beleid en de eigen organisaties en blijf gebieden en opgaven centraal stellen.

Mogelijk maken in de praktijk

De gebiedsgerichte en gezamenlijke aanpak vraagt een fundamenteel andere manier van werken in het landelijk gebied, zo concludeert de werkgroep op basis van gesprekken en bijeenkomsten met de 15 IBP VP gebieden. De werkgroep roept, mede namens betrokkenen uit de gebieden, op deze principes en uitgangspunten te vertalen in werkbare instrumenten, processen en organisaties. En om voldoende capaciteit en uitvoeringskracht te organiseren op gebiedsniveau. Dit is nodig om de beoogde samenwerking en ambities daadwerkelijk te kunnen waarmaken. “Er komt iets op ons af dat nog vele malen groter is dan we tot nu toe konden bolwerken. Dit vraagt om een systeem- en cultuuromslag binnen overheden.”

Samen leren, inspireren en experimenteren
De werkgroep pleit voor een blijvende lerende aanpak. Het is nodig samen te experimenteren, evalueren en weer bijsturen en opnieuw leren. Dat vraagt een lerende houding van iedere betrokkene. Zowel in gebieden, als daartussen.

De gehele notitie Samenwerken in het landelijk gebied ‘Lessen en hartenkreten voor succes’ kun je hier downloaden (pdf)’.

Opdrachtgevers: lessen doorgeven
De vier opdrachtgevers voelden zich overduidelijk aangesproken door de genoemde lessen en acties in de slotnotitie. Zowel VNG als de Unie van Waterschappen gaven aan dat ze dit intern willen agenderen en verder brengen. Evelien Babbé (VNG): “We gaan stimuleren dat onze mensen de ‘samenhangende bril’ opzetten!” Daarbij zal aan de mensen in de gebieden specifiek worden gevraagd wat hun wensen en behoeften zijn.

Daarnaast werd onderkend dat er ook op landelijk niveau meer te doen is. Bij LNV delen ze de gebiedsgerichte en interbestuurlijke boodschap, en de opdracht om als Rijk duidelijke kaders te scheppen. Sander Band gaf aan dat ‘de community die is opgebouwd sowieso niet weggegooid wordt.’ De drie koepels en het Rijk hebben hierover afgesproken dat ze zich hiervoor samen verantwoordelijk voelen. Bovendien zou het volgens Band goed zijn om op basis van het Regeerakkoord per gebied een aantal te behalen resultaten formuleren. Ook hij wijst daarbij op het belang om de diversiteit in gebieden in het oog te houden, want “One size fits nobody!”

Vanuit de provincies wijst Wim Brenkman (IPO) met het oog op het verder brengen van de Vitaal Platteland-lessen specifiek naar de opgave op het gebied van stikstof: “De eerste contouren van die opgave worden besproken. Deze lessen kunnen we hierin goed meenemen en moeten we vervolgens vooral met elkaar ga

an vormgeven. Met oog voor ieders rol en integraliteit.”

Rob Uijterlinde (UvW) laat zien dat je de chocoladeletter W van ‘water als verbindende factor’ ook kunt omdraaien. Je krijgt dan de M van ‘moed’ en “dat zullen we nodig hebben,” volgens Rob, “want het zal nog een pittig traject worden de komende jaren.”

Draag lessen over

Jannemarie de Jonge, Rijksadviseur voor het landschap, gaf vervolgens vanuit haar jarenlange ervaring met werken voor overheden enkele adviezen. Ze hamerde daarbij op het belang van tijd nemen voor overleg: “Wij kwamen in mijn provinciale tijd één dag in de maand bij elkaar om te praten over streekplannen. Dat doen we nu misschien niet meer, maar blijf lessen overdragen, en neem mensen hier roulerend in mee!”

Kijkend naar de beweging die nodig is voor verregaand integraal samenwerken, zit volgens de Jonge in de weg dat “we de overheid tegenwoordig steeds meer als een bedrijf willen runnen. Dat zorgt voor een afrekencultuur, en staat samenwerking in de weg.” De Rijksadviseur gaf aan blij te zijn met de ontwikkeling van een Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), maar waarschuwde tegelijkertijd dat “het NPLG geen duizend-dingen-doekje moet worden. Neem deze ontwikkeling als overheden zeer serieus. Net zoals destijds het Deltaprogramma. Misschien zelfs wel door het benoemen van een Rijkscommissaris voor het landelijk gebied.”

In het NPLG zal een groot aantal van de lessen en adviezen een plek krijgen. Daarom kreeg ook programmamanager Olga van Kalles het slotadvies overhandigd. Hoe dat ging is wederom terug te kijken in een filmpje:

Het NPLG is de beoogde overnamepartij voor ‘het Vitaal Platteland-stokje’. Daarom kreeg ook programmamanager Olga van Kalles de slotnotitie overhandigd. Hoe dat ging is wederom terug te kijken in een filmpje (klik hier).

‘Blijf elkaar opzoeken!’
Van Kalles vertelde vervolgens desgevraagd dat het plan van aanpak voor de NPLG nog volop in ontwikkeling is. “We hebben het nieuwe Kabinet nodig om de impact, diepgang en reikwijdte van het programma vast te klikken.” Ze wil het IBP VP-stokje graag overnemen, maar weet dus nog niet hoe een en ander precies gaat landen. Ze hoopt dat zowel beleidsmatig als financieel zaken gebundeld worden aangepakt. Haar slotoproep: “We zitten in een tijd vol onzekerheden, en daar komen er ongetwijfeld nog meer bij. Dat zorgt onherroepelijk voor wrijving. Blijf daarom in elkaar investeren als overheden. Blijf actief als netwerk, zoek elkaar op, wees nieuwsgierig.”