Wat is het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)? In hoeverre krijgen waterschappen, gemeenten, provincies en maatschappelijke organisaties de ruimte om zaken in te brengen? Dat dit soort vragen zeer leeft, bleek uit de hoge opkomst voor het online Café Vitaal Platteland op 21 maart 2022. Bijna 200 deelnemers uit alle hoeken van ons land logden in om meer te horen over de eerste contouren van het Plan van Aanpak voor het NPLG.

Voordat werd ingezoomd op de inhoud en de eerste plannen waarmee het NPLG vorm krijgt, kregen afgevaardigden vanuit het Rijk, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van waterschappen en de Vereniging Nederlandse Gemeenten het woord. Zij waren immers opdrachtgever van het Interbestuurlijk Programma (IPB) Vitaal Platteland en stonden daarmee aan de wieg van een werkwijze die ook in NPLG-verband de hoofdtoon voert: interbestuurlijke en gebiedsgerichte samenwerking. Zien zij dat de vier overheden nu meer samen optrekken? “Ja, kijk bijvoorbeeld naar de gezamenlijke aanpak in de veenweidegebieden. Daar zie je dat we als overheden onderling én in eigen huis stappen maken”, reageert Els van Bon (Unie van Waterschappen).

Sander Band (ministerie van LNV) ziet ook binnen het Rijk zeer positieve bewegingen: “We hebben de afgelopen maanden flinke stappen kunnen zetten. Die versnelling voorwaarts is vooral te danken aan het nieuwe coalitieakkoord, dat in december 2021 werd gepresenteerd. Nog niet eerder bevatte dit zoveel beleidsafspraken gericht op een geïntegreerde, gebiedsgerichte aanpak van het buitengebied.”

Uitdagingen en zorgen
De inhoud van het coalitieakkoord komt uiteraard voort uit de internationale opgaven waar we voor staan. Natuur (waaronder stikstof), klimaat en waterkwaliteit kun je niet meer los van elkaar zien. Van Bon: “Bodem- en watersysteem zijn nu sturend, daar zijn wij als waterschappen blij mee.” Daarbij is er een pot van 25 miljard euro beschikbaar gesteld om deze doelen te behalen. Band: “Zo krijgt het ‘lichtvoetige experiment’ Vitaal Platteland nu een doorstart in veel bredere vorm.”

Mooie ontwikkelingen dus, die tegelijkertijd voor hoofdbrekens zorgen. Rolf Oldejans (gemeente Enschede): “Er wordt nog altijd heel erg óver het platteland gepraat en niet mét het platteland. Als gemeenten bevinden we ons nu, zo net na de verkiezingen, in een soort niemandsland. Samen met de waterschappen beschikken we over onvoldoende bestuurs- en menskracht, terwijl de uitvoering van het NPLG en andere gebiedsgerichte plannen juist grotendeels bij deze bestuurslagen terechtkomt.”

Ook de deelnemers plaatsen via de chat en mentimeter kritische kanttekeningen. Deze gaan grotendeels over de communicatie rondom de totstandkoming van het NPLG, de overlap met andere lopende gebiedsgerichte trajecten en inspraak. ‘Hoe verhoudt het NPLG zich tot NOVI?’ en ‘Hoe worden boerenorganisaties aangehaakt? Staan we straks voor de zoveelste keer voor een voldongen feit?’ wordt er bijvoorbeeld gevraagd.

NPLG
Tijd voor een nadere uitleg door NPLG-programmamanager Olga van Kalles (ministerie LNV): “Het NPLG is vooral gericht op het tijdig realiseren van de internationale verplichtingen op het gebied van water, natuur en stikstof en klimaat. Het wordt een interbestuurlijk programma met een gebiedsgerichte en lerende aanpak, waarin we afspraken maken over hoe deze opgaven in onderlinge samenhang gerealiseerd worden. Dit wordt door de vier overheden ontwikkeld en uitgevoerd, met uitvoeringsorganisaties en de omgeving.” Op basis van concrete doelen gaan de overheden, onder regie van de provincies en met het Rijk als partner, aan de slag om provinciale programma’s landelijk gebied op te stellen. Deze zijn 1 juli 2023 gereed. Het programma levert straks ook input voor de aanscherping van de NOVI.

De provincies krijgen dus een spilfunctie. “Een goede zaak”, vindt Mark Hoevenaars (IPO), “Want het besef dat er wat moet veranderen in het landelijk gebied wordt steeds breder. Bovendien past deze aansturingsgedachte mooi bij al lopende, parallelle plantrajecten: zoals de gezamenlijke propositie voor het stikstofplan die de provincies in december 2021 hebben kunnen neerleggen en zoals de gemeenschappelijke aanpak van problematiek in de veenweidegebieden.”

Vitaliteit en brede welvaart vormen kern

Het NPLG krijgt vorm via 5 fases. “Het streven is om in april 2022 een Plan van Aanpak en eind mei een Startnotitie gereed te hebben.”* Komend najaar, zo rond oktober, is het de bedoeling dat het Rijk een concreet pakket aan doelen en structurerende keuzes meegeeft, waarmee de gebiedsafspraken per provincie vorm kunnen krijgen. Vervolgens start de voorbereiding van de uitvoering van alle plannen. Van Kalles: “In juli 2023 gaan we die fase afronden met een akkoord per provincie. En dat vormt dan weer het vertrekpunt voor de daadwerkelijke uitvoering van alle plannen.”

Opgedane ervaring en ideeën uit andere gebiedsgerichte trajecten zoals de NOVI-gebieden worden waar mogelijk in de NPLG-plannen meegenomen. “Daarbij is het kernidee dat we bij alles wat we bedenken oog houden voor de vitaliteit en de brede welvaart van het platteland.” 

Drie programmalijnen

Na het verhaal van Olga van Kalles volgt een korte toelichting op de drie programmalijnen, die het NPLG vormgeven:

  1. Nationale structurerende keuzes voor het landelijk gebied
  2. a. Gebiedsgerichte aanpak per provincie
    b. Gebiedsgerichte aanpak per NOVI-gebied in het landelijk gebied
  3. Lerende aanpak

Nationale structurerende keuzes
Om complexe afwegingen te maken tussen opgaven en de inrichting van de schaarse ruimte, ontwikkelt het Rijk via programmalijn 1 een aantal structurerende en richtinggevende ruimtelijke keuzes. “Dit bouwt voort op de basis van de uitgangspunten in de NOVI en wat daar al is verankerd”, legt Corine de Zeeuw (ministerie BZK) uit. Het zijn beleidsuitspraken over de (on-)wenselijkheid van (nieuwe) activiteiten in het landelijk gebied ten opzichte van andere activiteiten/functies in het ruimtegebruik, of ten opzichte van het functioneren van het water- en bodemsysteem. Het resultaat is een ruimtelijke strategie op hoofdlijnen. Daarmee stuurt het Rijk globaal op randvoorwaarden voor locatie- en inrichtingskeuzes, waarbij geanticipeerd wordt op de klimaatveranderingen.

Gebiedsgerichte aanpak
De kern van programmalijn 2 is volgens Paul Pestman (ministerie BZK) om per provincie tot brede gebiedsprogramma’s te komen. “Om een set van doelen op het gebied van natuur, stikstof, water en klimaat vast te stellen. Naast die doelen worden de komende maanden indicatieve pakketten van maatregelen en budget bepaald.” Op basis daarvan gaan medeoverheden, onder regie van de provincies en met het Rijk als partner, aan de slag met het opstellen van provinciale programma’s landelijk gebied. Deze zijn 1 juli 2023 gereed. De eerste versie van de gebiedsplannen stikstof wordt hiertoe doorontwikkeld. De gebiedsprogramma’s vormen de sleutel tussen doelen, vervolgbesluitvorming en concrete maatregelen.

Lerende aanpak
Het transitiekarakter van de opgaven en de vele betrokken partijen vraagt om een lerende aanpak van doen, samen ervaren, zien en beter doen. Via programmalijn 3 wordt hiervoor, bij voorkeur gezamenlijk als één overheid, een structuur uitgedacht en opgezet. Die moet het leren een duidelijke plek geven in systematische uitwisselingen (feedback loops) en een lerend opgavegericht netwerk. Andreas van Braam Houckgeest (ministerie LNV): “Het PBL is verzocht om een lerende evaluatie uit te voeren en er wordt, wederom samen met de medeoverheden, een monitoringsstrategie ontwikkeld met daarin ruimte voor procesvoortgang, brede welvaart en doelbereik van de opgaven.”

Bekijk de sheets met uitleg over het NPLG en alle programmalijnen terug via deze link.

Tot slot
Aan het eind van de middag mogen de afgevaardigden uit de vier bestuurslagen nog een keer hun licht laten schijnen. Wat zijn hun bevindingen? Al snel komt het punt van inbreng op de plannen naar voren. Mark Hoevenaars (IPO): “Uit de chat blijkt een enorme wens om mee te denken. Daarom moet heel duidelijk worden aangegeven waar mensen de ruimte hebben om mee te denken over de plannen, waar kan men met input terecht?” Andersom roept hij de deelnemers op: “Wacht niet af totdat de plannen er vrijwel liggen en je ‘alles’ weet!” Iets dat Sander Band (LNV) beaamt met een alleszeggende uitsmijter: “Als we met z’n allen zorgen voor een open houding en elkaar durven blijven aanspreken op zaken, dan moet de realisatie van het NPLG gaan lukken!”

Meer informatie
Meer weten over het NPLG en/of hoe je zaken kunt inbrengen? Neem dan contact op via [email protected]. Op 18 mei vindt de jaarlijkse NOVI conferentie plaats en daar zal het NPLG ook een gespreksonderwerp zijn (meer info: Home | NOVI-conferentie 2022).

*Let op: de planning is na 21 maart 2022 op een aantal punten gewijzigd.